Actueel
De stier Rivelino 712 is aan ons assortiment toegevoegd. Rivelino 712 is een fokproduct uit de bekende Rivelino-stal van Endendijk uit Ermelo.
Op de jaarvergadering van 3 maart jl. heeft Maurice Vaessen van SZH een presentatie gegeven over de subsidie voor Zeldzame Landbouw Huisdieren.
We hebben de uitnodiging voor onze jaarlijkse vergadering weer verstuurd.
Introductie
Ontdek onze website en hérontdek het Roodbont Fries Vee!De Roodbonte Friese koe is een krachtige, sobere dubbeldoelkoe die uitstekend gedijt op een menu met veel ruwvoer.
Groter Aantal fries roodbonte koeien en toenemende tendens om Holsteins in te kruisen met Fries roodbont
Medio september 2022 hebben we het CRV en het FHRS gevraagd om de aantallen koeien met Fries Roodbonte afstamming. Hieronder staat de tabel met de aantallen, hierin zijn alle vrouwelijke dieren van kalf tot oudere koe meegenomen. Er zijn in totaal 822 dieren (720 + 102) die 87,5% of meer Fries Roodbont bloedvoering hebben. (Ze staan bij de stamboeken te boek als Fries-Hollands met RB - haarkleur RB Roodbont).
Mooi is ook het aantal dieren met 50% bloedvoering. Veelal zijn dit dieren die teruggefokt worden vanuit de Holsteinfokkerij. Een ontwikkeling die de afgelopen jaren ingezet is. De Fries Roodbonte stier past goed op een Holstein koe die net even te weinig bespiering heeft en de Fries Roodbonte kalveren worden doorgaans heel vlot geboren. De stier Jetse Goasse is een voorbeeld van een stier die kalveren geeft die heel gemakkelijk geboren worden. Hij mag met recht een pinkenstier genoemd worden.
Originele Zeldzame runderrassen zijn meer geschikt voor kringlooplandbouw dan de gemiddelde Holsteinkoe
Boeren met
van oorsprong Nederlandse runderrassen geven aan dat hun koeien robuuster zijn
dan Holsteinkoeien. Ze kunnen beter omgaan met een lagere voerkwaliteit (veel
gras in het rantsoen), gezonder zijn, weinig gezondheids- en afkalfproblemen en
minder dierenartskosten hebben. Boeren met dit vee geven aan dat ze afhankelijk
van het bedrijfssysteem voldoende rendement kunnen halen. Dit blijkt uit een inventarisatie
van de Wageningen UR.
In opdracht van de Wageningen University & Research (WUR) Wetenschapswinkel is op verzoek van Stichting Zeldzame Huisdierrassen door Wageningen Livestock Research en verschillende studenten gekeken naar kenmerken van Nederlandse zeldzame veerassen die van meerwaarde kunnen zijn in agro-ecologische landbouw. Het doel is om de meerwaarde van deze rassen en hun mogelijke rol duurzame voedselsystemen te kunnen onderbouwen met wetenschappelijke resultaten. Verondersteld wordt dat de van oorsprong Nederlandse landbouwhuisdierrassen, eeuwenlang gefokt en aangepast aan lokale omstandigheden een rol kunnen spelen in agro-ecologische systemen.
Alle houders van zeldzame Nederlandse runderrassen geven aan dat hun ras robuuster is in vergelijking met het Holstein-ras en ook beter kan omgaan met voer van lagere kwaliteit. Door de voedingsexpert werd bevestigd dat de energiebehoefte voor onderhoud van hedendaags melkvee hoger is geworden, dat het voer een hogere energiedichtheid moet hebben (WUR, 2020). Bij een vergelijking van productie en andere kengetallen bleek dat de rassen minder melk gaven, met hogere gehalten en ook meer buiten werden gehouden dan de gemiddelde Holstein-koe. Houders van de Nederlandse zeldzame rassen gaven ook aan dat hun koeien weinig afkalfproblemen hebben, weinig gezondheidsproblemen geven en dus lagere veterinaire kosten hebben. Deze kenmerken werden door wetenschappelijke experts bevestigd.
De grotere robuustheid maakt de zeldzame Nederlandse rassen meer geschikt voor kringlooplandbouw dan de gemiddelde Holsteinkoe. De Holsteinkoe is geselecteerd is om meer energie voor melkproductie te mobiliseren. Bij minder optimale omstandigheden gaat ze wel minder melk produceren, maar dan kan een negatieve energiebalans ontstaan en daarmee samenhangende gezondheidsproblemen. Omdat de genetische aanleg voor een hoge productie samengaat met een herverdeling van energie van onderhoud naar melkproductie vraagt dit extra inspanningen om problemen te voorkomen. Aanvoer van voldoende (kracht)voer is dus noodzakelijk voor de Holsteinkoe.
De zeldzame Nederlandse rassen kunnen beter toe met sobere rantsoenen en aanvoer van voer van buiten het bedrijf of regio is minder noodzakelijk. En de rassen zijn minder kwetsbaar bij wisselende en minder optimale omstandigheden. Daarentegen kan de lagere productie van de Nederlandse zeldzame rassen kan een uitdaging zijn, maar de geïnterviewde houders laten zien dat er zeker mogelijkheden zijn voor voldoende rendement met deze rassen, afhankelijk van het bedrijfssysteem.
Voor de vier onderzochte diersoorten (rund, schaap, geit en paard) geldt voor alle zeldzame Nederlandse rassen dat ze unieke kenmerken bezitten. Voor een aantal hiervan geldt dat ze deze rassen geschikter maken voor natuurinclusieve kringlooplandbouw dan de dominante hoogproductieve rassen. Dit zijn vooral kenmerken als robuustheid (om kunnen gaan met veranderende omstandigheden), verminderde kwetsbaarheid en toekunnen met een karig rantsoen waarvoor minder of geen krachtvoer of (kunst)mest van buiten het bedrijf aangevoerd hoeft te worden.
Met name bij runderen, heideschapen en landgeiten worden deze kenmerken al benut voor een meer natuurinclusieve landbouw en liggen er volop kansen voor deze rassen bij een transitie naar agroecologische landbouw.
Met name bij runderen is er veel onderzoek gedaan. Voedingsonderzoek laat zien dat de energiebehoefte voor onderhoud van hedendaags melkvee hoger is dan in 1975: lacterende koeien hebben gemiddeld 16% meer metaboliseerbare energie per kg lichaamsgewicht nodig voor onderhoud dan een halve eeuw geleden en droge koeien vragen zelfs 26% meer energie. In overzichten van de verschillende rassen met fokwaarden per jaar (CRV, 2020a) is te zien dat voor melkproductie de Holsteinstieren veel hoger scoren dan de andere rassen, maar dat het verschil voor vruchtbaarheid en gezondheid veel kleiner is. De fokwaarden worden berekend ten opzichte van een verschillende basis voor de lokale dubbeldoelrassen in vergelijking met het Holsteinras (CRV, 2020b). Bij een vergelijking van de basis is ook hier te zien dat de melkproductiekenmerken voor Holstein op een veel hoger niveau liggen, gezondheidskenmerken op een vergelijkbaar niveau en vruchtbaarheid iets lager.
Binnen de Holstein is opvallend dat de levensvatbaarheid van kalveren (een aspect van vruchtbaarheid) lager is in de traditionele graslandgebieden (bijvoorbeeld in Friesland en in het noorden van Noord-Holland) op klei en laagveen (Pellikaan et al. 2014). Mogelijk kunnen verschillen in vruchtbaarheid tussen zeldzame rassen en Holstein groter zijn in sommige gebieden of bij sommige rantsoenen van de koeien.
Bron: Centrum voor Genetische Bronnen Nederland, 12-4-2021
link naar de website van CGN WUR:
Kenmerken van zeldzame landbouwhuisdierrassen in agro-ecologische landbouwsystemen - WUR
link naar het document:
https://www.wur.nl/nl/project/Kenmerken-zeldzame-rassen-in-agro-ecologische-landbouwsystemen.htm
Gezocht: ideale
veenweide koe...
In de Leeuwarder Courant (21 januari 2021) staat een artikel met als kop: "Gezocht: ideale veenweidekoe". Licht, en toch robuust, niet bang voor nattigheid en productief op een rantsoen met armer gras, dat is het profiel van de ideale veenweidekoe.
Gezocht? Maar die
hoeven we niet meer te fokken! Die is er al: De Fries Roodbonte koe.
Zij
beleeft op dit moment een revival en deze hernieuwde belangstelling is terecht.
Het is, zoals de houders van deze mooie koe wel weten, een koe die uitstekend
past op bedrijven met een sobere bedrijfsvoering. Zij past goed op de boer en
op zichzelf: een goede benutting van het wat gras, in combinatie met een hoge
gezondheid (heel weinig gezondheidskosten) en een uitstekend voerrendement. Met
een vruchtbaarheid waar je U tegen zegt. De boer heeft er jarenlang plezier
van. En, ook niet onbelangrijk, een hele prettige koe om mee te werken, van te
genieten zou ik zeggen.
"Er ligt nog geen koe op de tekentafel". Nee dat hoeft ook niet. Kijk naar wat onze voorouders in de loop van de eeuwen hier in Nederland gefokt hebben. De originele Nederlandse koeienrassen zijn ‘ontwikkeld' voor de Nederlandse omstandigheden. Ja, met de komst van de kunstmest, de maisteelt én het krachtvoer uit het buitenland is de Holstein koe naar Nederland gekomen. Die wist en weet daar wel raad mee. Naar de toekomst toe zal dit veranderen. De kunstmest (wordt gemaakt van heel veel fossiele brandstof) zal naar de achtergrond verdwijnen, met als gevolg een wat lagere grasopbrengst, met ietwat lagere voederwaarde. Voeg daarbij de verminderde import van krachtvoedergrondstoffen vanuit de hele wereld (nu al de eis van 65% eiwit van eigen land) en zie dat is ‘voer' voor de originele Nederlandse koeienrassen. De Fries Roodbonte koe is daar een schoolvoorbeeld van.
Dus ga vooral door met zoeken en neem deze mooie toppers van de toekomst mee in het onderzoek.
Wil je niet wachten op dat onderzoek: Kies dan nu al voor de Fries Roodbonte Koe.
Oh ja, we hebben ook
weer een nieuwe stier ingezet:
Jelle 3. Klik hier voor meer informatie over deze stier , uit de
koe Jeltje 250. Een prachtig sterke koe met uitmuntende gehalten aan vet en
eiwit in de melk.
Kijk voor meer stieren: Vrij
verkrijgbare stieren - Stichting Behoud Roodbont Friese Vee
(roodbontfriesvee.nl)
Aantal Fries Roodbonte koeien groeit gestaag naar een topniveau van 778 vrouwelijke runderen
Het aantal Fries Roodbonte koeien groeit gestaag. Waren er in 1997 nog slechts 17 stamboek-geregistreerde koeien, in 2014 waren er ruim 600 (met een dip na de fosfaatregeling in 2015 naar ruim 500) en in augustus 2020 is het aantal gestegen tot 778 stamboek S-geregistreerde dieren (>87,5% Fries Roodbont). Dit is het hoogste aantal sinds 1997.
De stichting Roodbont
Fries Vee heeft zich ingezet om de Fries Roodbonte koe onder de aandacht te
brengen. Dat is onder andere gedaan door promotie en publiciteit. Er zijn een
aantal bedrijven stamboeklid geworden en met DNA-analyse zijn een aantal koeien
S-geregistreerd. Daarnaast wordt jaarlijks een nieuwe stier ingezet als
KI-stier. Deze KI-stieren worden royaal gebruikt. Sperma van de Fries Roodbonte
stieren is inmiddels verkrijgbaar bij meerdere KI's en dat maakt het
makkelijker om de stieren te gebruiken. We zien ook toenemende belangstelling
uit het buitenland voor het sperma van deze stieren, dat geeft aan dat het een
springlevend ras is waar toekomst in zit. Ook zijn er jonge boeren die Fries
Roodbonte koeien zijn gaan houden en ervan zijn gaan houden. Dat juichen we
van harte toe!
De Fries Hollandse koe en de Fries Roodbonte koe zijn uitermate geschikt op
bedrijven die veel of uitsluitend gras voeren, zeker als het bemestingsniveau en
het krachtvoerniveau ook nog eens laag is, dan blijken deze koeien uiterst
efficiënt te zijn. Ze passen in zo'n bedrijfsvoering. Ze passen én op de boer
én op zichzelf, waardoor ze gemakkelijk oud kunnen worden. Hierdoor hoeft de
boer minder jongvee aan te houden per aanwezige melkkoe. Er blijven dan
vaarskalveren over voor de verkoop aan andere veehouders. Wat verder opvalt is
dat er steeds meer Fries Roodbonte koeien gehouden worden op biologische
melkveehouderijen, zorgboerderijen en bij hobbyboeren. Deze robuuste koe, met
een fijn karakter, past ook op deze bedrijven.
Kruisen met Fries Roodbont
We zien ook een sterke toename van 50% Fries Rode kalveren. Veelal een kruising van een Fries Rode stier op een Holsteinveestapel. Het aantal kruislingdieren met 50% Fries Roodbont is nu op 358 S- en C-geregistreerde dieren uitgekomen. Het lijkt een trend te worden om Fries Hollandse en Fries Rode stieren te gebruiken op Holsteinbedrijven. Een trend die zich vooral de laatste jaren voordoet en door lijkt te zetten. In de vorige Fries Hollandse Koekrant stond een mooi artikel hierover.
S- en C-registratie en percentage onbekend
Een punt van aandacht is de stamboekregistratie. Uit de overzichten die we van CRV en het FHRS ontvangen hebben, zien we dat de aantallen dieren met een C-registratie nog wel aanzienlijk is (bijna 25%). We willen de veehouders er dan ook graag op wijzen dat een juiste registratie van groot belang is.
Er moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden om een koe S-geregistreerd te krijgen, bijvoorbeeld: "De geboortemelding van kalveren dient plaats te vinden binnen drie werkdagen na de geboorte".
Als een stier samen geweid wordt met de koeien of pinken is het van groot belang dat de start- én eindedatum van het samenweiden goed geregistreerd wordt bij het stamboek.
Daarnaast zijn er
eisen aan de afstamming.
"Afstammingseisen voor S-registratie van vrouwelijke runderen:
- De vader moet in het stamboek zijn geregistreerd.
- Indien de vader een KI-stier is, dient ten behoeve van Afstammingsverificaties van nakomelingen, een DNA-profiel beschikbaar te zijn.
- Aan de moeder worden geen stamboekeisen gesteld, de moeder moet wel geïdentificeerd en bekend zijn.
Een vrouwelijk dier dat niet voldoet aan bovenstaande eisen wordt ingeschreven met een C-registratie."
Voor mannelijke dieren zijn de eisen strenger.
"Afstammingseisen voor S-registratie van mannelijke runderen:
- De vader moet in het stamboek zijn geregistreerd en zijn afstamming moet geverifieerd zijn door middel van DNA- en/of bloedgroepenonderzoek.
- Indien de vader een KI-stier is, dient ten behoeve van Afstammingsverificatie van nakomelingen een DNA-profiel beschikbaar te zijn.
- De moeder moet in het stamboek S- geregistreerd zijn.
Een mannelijk dier dat niet voldoet aan bovenstaande eisen wordt ingeschreven met een C-registratie."
Samen zorgen we ervoor dat deze mooie koe een goede toekomst tegemoet gaat, een koe waar de boer goed mee kan boeren en trots op kan zijn!
Durk Durksz
Voorzitter Roodbont Fries Vee.
![]() |
Deze webstie van het Roodbont Fries Vee is mede mogelijk gemaakt met steun van de provincie Fryslân .